Op 28 mei was het zover, dan mochten de KAAG-Masters naar Lebbeke om de clubkleuren te verdedigen op de BVV.
Er was een zekere druk, het moet gezegd, want de jongere clubleden hadden het er eerder alweer uitstekend vanaf gebracht, zoals we de laatste jaren ondertussen gewoon geworden zijn.
Het begon allemaal heel vroeg, toen het zomerseizoen nog niet eens echt op gang geschoten was, en de pupillen en miniemen meisjes op 9 april in Ninove derde eindigden, en zo op een haar na het felbegeerde finaleticket misliepen ergens in september. Dit werd de dag erna onmiddellijk recht gezet door de pupillen en miniemen jongens die in Vlierzele een klinkende overwinning binnen haalden, en zich zo wel mogen opmaken voor die finale.
Bij de cadetten en scholieren, en dan zijn we nog net in april, ging de eerste editie met gemengde ploegen jongens en meisjes dan weer door in Lokeren. Een handvol punten besliste daar uiteindelijk over de eindoverwinning, er kwam zelfs een officiële klacht aan te pas, maar niets aan te doen, de felbegeerde beker ging na wijs beraad alsnog naar KAAG. Jammer dat dit niet ter plaatse kon gevierd worden uiteraard.
Amper één week later hadden we bij de senioren dan weer de laatste editie van het traditionele interclubgebeuren, met een aparte dames- en heren-wedstrijd. In de ERE-KBAB reeks werd zowel bij de dames in Dampicourt als bij de heren in Lier, en dit met veel jeugdige inbreng, een keurige negende plaats behaald. Na heel wat rekenwerk bleek dit goed voor een stekje in de zogenaamde Super League, lees de hoogste afdeling van de hervormde bekercompetitie, waarin volgend jaar acht clubs mogen aantreden in de eerste editie met zowel dames als heren binnen dezelfde wedstrijd.
Genoeg uitgeweid nu toch, over naar de orde van dag, die BVV Masters dus. We hadden enkele jaren terug een plekje afgedwongen in de tweede afdeling, dus dat stekje op zijn minst behouden moest het uitgangspunt zijn. De voortekenen bleken niet zo gunstig, een ploeg op de been krijgen bleek een hele opdracht. Vele redenen strooiden daarbij roet in het eten, te veel om op te noemen eigenlijk, zoals daar zijn blessureleed, andere interesses na de corona-break, andere verplichtingen, en ga zo maar door. Ei zo na werd de wedstrijd zelfs nog afgelast, dit wegens gebrek aan juryleden. De VAL had er dan ook een bijzonder druk atletiekweekend van gemaakt met samenvallend de IFAM-meeting, het KVV Meerkamp, en de BVV Masters.
Maar wat er ook van zij, uiteindelijk vertrok er die zaterdag 28 mei toch een kleine, moedige, en zeker ook enthousiaste delegatie KAAG-Masters naar Lebbeke, waarbij vijf dames: Petra (100m, 200m), Veerle (800m), Katrien (3000m), Sophie (1500m) en Carine (kogel, speer). Ver en discus bleven daarbij “onbemand”. Een onuitgegeven viertal (Petra, Katrien, Veerle en Sophie) zagen we terug op de afsluitende 4 x 100 m aflossing. Bij de mannen zagen we volgende namen aan het werk op de piste: Nico (hoog, 3000m), Christophe (5000m), Ridha (1500m), Sammy (speer, discus), Koen (100m), Michaël (400m, kogel) en Marc (ver). Ook hier een afsluitende estafette, 4x400m, met opnieuw een gelegenheidsploeg (Nico, Ridha, Marc en Michaël). Zoals gebruikelijk ook hier heel wat rekenwerk, waarbij we landden op een keurige vijfde plaats in de eindstand, net als bij de laatste editie in Zwevegem, ondertussen toch alweer drie jaar geleden. Doel bereikt dus, probleemloos het stekje in afdeling twee kunnen behouden. Maar bovenal werd het zeker en vast een plezante namiddag bekeratletiek, en een blij weerzien met vele mastervrienden. Dank zeker aan de nieuwkomers voor hun inzet, waarbij het bij sommigen meteen ook hun pistedebuut was, dank uiteraard ook aan de vaste waarden om opnieuw van de partij te zijn!
Marc C.